Hoe selecteer je als regionaal vliegveld het geschikte voice communicatie systeem?

Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het belangrijk om het verschil te kennen tussen een regionale en een grote luchthaven. Hoe groter een luchthaven is, des te meer zijn systemen en functies gescheiden van elkaar. Grote luchthavens hebben bovendien te maken met verschillende aanvlieghoogtes en vluchten komen van ver.

Hoe dichter een vliegtuig bij een grote luchthaven komt, des te meer informatie wordt er over en weer uitgewisseld. De verkeerstoren bepaalt vervolgens welke landingsbaan in aanmerking komt, welke aanvliegroute er genomen dient te worden. Daarna wordt de functie overgenomen en wordt er clearance gegeven. 

Is het toestel geland, dan moet het taxiën naar de eindbestemming. Ook daar is begeleiding bij nodig. Er vindt derhalve veel verschillende, separate communicatie plaats, door verschillende personen, op verschillende apparaten. Specialistische functies, zoals een crash alarm dat gebroadcast moet worden, lopen bij grote luchthavens over aparte systemen. Regionale luchthavens beschikken doorgaan over één of twee landingsbanen. Er vindt minder communicatie plaats door verschillende personen, meestal wordt dit gedaan door één persoon. Dat kan omdat het minder druk is. De luchtverkeersleider is een multitasker in dit geval.

Meer doen met minder mensen en minder apparatuur

Waar grote luchthavens een grotere functiespreiding kennen met individuele functionaliteiten per systeem, daar moeten regionale luchthavens meer doen met minder mensen en minder apparatuur. Het systeem moet dus assisteren bij alles, zaken zoals de tower frequentie, de approach frequentie en het crash alarm. Regionale luchthavens staan vaak telefonisch in verbinding met andere kleine luchthavens in de buurt. Alles is veel meer lokaal en handmatig geregeld, zonder de automatisering die bij grote luchthavens aanwezig is.

Het is lastig om als regionale luchthaven te bepalen welke apparatuur je nodig hebt. Er wordt veel gevraagd van de aanwezige engineers, die moeten weten waar het systeem op dat moment staat. Eens in de 15 jaar dient het vervangen te worden, ook dient tussentijds gekeken te worden of de configuratie nog wel actueel is. Daarom is er bij de keuze in systemen en het in kaart brengen van de systeemstatus meer begeleiding nodig vanuit de aanbieders van deze systemen. Aanbieders kunnen engineers goed op de hoogte brengen van de laatste stand van zaken op technisch gebied door demonstraties te geven en gesprekken te voeren, waarin het juiste advies gegeven wordt. In principe zit in dergelijke gevallen de laatste kennis bij de leverancier en niet intern bij de luchthaven zelf, zoals bij grote luchthavens het geval is. Kleinere luchthavens wisselen bovendien veel kennis onderling uit met andere kleine luchthavens, omdat zij tegen dezelfde uitdagingen aanlopen.

Blijf je als regionale luchthaven analoog werken of ga je digitaal werken?

Kleinere luchthavens werken in de regel vooral nog met analoge apparatuur. De vraag is of je bij vernieuwing weer kiest voor analoge systemen, of overstapt op digitale apparatuur. Een optie is om het analoge systeem in delen te vervangen door digitale varianten. Ook is het mogelijk om wel voor nieuwe analoge apparatuur te kiezen, maar dan varianten die zijn voorbereid op digitaal werken. Een aanbieder kan in zo'n geval analoge apparatuur voorstellen met uitbreidingsmogelijkheden naar digitaal, op een native manier. Dus niet met convertors die achteraf toegepast moeten worden. Schaalbaarheid is daarbij zeer belangrijk: daarom dient een regionale luchthaven haar groeiambities helder voor ogen te hebben. Wanneer er groei optreedt, komt er vanzelf een moment waarop je functies zult moeten gaan splitsen, net als bij een grote luchthaven. Opschaling brengt kosten met zich mee, maar een goede leverancier kan helpen om deze kosten te beheersen. Dit kan bijvoorbeeld door, net zoals bij analoge systemen die zijn voorbereid op digitaal werken, apparatuur te leveren die voorbereid is op opschalen. In de praktijk betaal je dan voor wat je op dat moment gebruikt en in de extra slots die aanwezig zijn kun je bij opschalen gewoon extra kaarten plaatsen. Dit betekent dus een eenmalige aanschaf van systemen, die daarna dynamisch meegroeien tegen minimale kosten. Er dienen alleen maar kleine hardware uitbreidingen plaats te vinden en er moeten extra licenties worden ingekocht.

Het ideale voice communicatie systeem start met goede communicatie met de leverancier

Het is belangrijk om korte lijnen te hebben met je leverancier en de juiste support en service te ontvangen. Installeren en onderhouden van apparatuur moet gemakkelijk kunnen geschieden en bij vragen moet er meteen hulp geboden worden door de leverancier. Verder is bij regionale luchthavens minder redundantie aanwezig dan bij grote luchthavens, maar er moet wel aan de regels voldaan worden. Bij grote luchthavens wordt er gewerkt met een hoofdsysteem, een tweede hoofdsysteem, een emergency systeem en een 'last resort' systeem. Bij regionale luchthavens is dit meestal een hoofdsysteem, een emergency systeem en een 'last resort' systeem. Bij hele kleine luchthavens is dit vaak een hoofdsysteem en een 'last resort' systeem.

Heel belangrijk is de liability: hoe stelt een regionale luchthaven de kwaliteit van de aangeboden apparatuur vast? Dit kan gedaan worden om een minimale beschikbaar te eisen en de leverancier te vragen om met bewijs te komen, in de vorm van echte data. De luchthaven kiest dan voor componenten die een hoge beschikbaarheid garanderen. 

Meer samenwerking tussen regionale luchthavens

Het is een trend bij kleine luchthavens om onderling steeds meer samen te werken. Er wordt gewerkt met remote towers, die gecentraliseerd hun werk doen. Soms is een hele toren digitaal verplaatsbaar, hetgeen resulteert in een onbemand vliegveld, waar alleen de radio fysiek aanwezig is. De mensen werken er echter remote. Zulke installaties vragen om site kennis van de leverancier, om support tijdens de installatie en uitvoerige testperiodes. Site acceptance is heel belangrijk bij regionale luchthavens. Een ander belangrijk punt is het goed opleiden van de luchtverkeersleiders die met de nieuwe apparatuur moeten werken, daar zit echt een verantwoordelijkheid voor de leverancier. Dit kunnen zowel trainingen voor operators als voor engineers zijn. De overeenkomsten en de verschillen tussen de oude en de nieuwe systemen en functies moeten goed getoond worden en er moeten demonstraties gegeven worden van diverse scenario's. Kortom: het kiezen van de juiste apparatuur begint vooral bij het kiezen van de juiste leverancier.